De vier vermogens

Een voorbeeld

Hoe werkt dat nu, met die vermogens? Laten we als voorbeeld het opleidend vermogen nemen; in hoeverre is het team in staat om nieuwe collega’s goed op te leiden via praktijkleren? Gebleken is dat een deel van de studenten de opdrachten die zij vanuit school krijgen, niet duidelijk vindt (bron: onderzoek LWWL). De afstemming met de school moet dus beter, een taak voor de praktijkopleider. Gebeurt dit niet, dan heeft de onduidelijkheid bij de student een negatief effect op het opleidend vermogen, maar ook op het absorptievermogen. Dat neemt af, want een team heeft meer werk aan een student die een opdracht niet begrijpt.  

Waar beginnen?

Door de vermogens binnen het team te bespreken, te reflecteren en elkaar feedback te geven, komt naar boven wat minder goed gaat. Maar ook wat wél al is bereikt. Door die bewustwording te stimuleren, wordt gaandeweg duidelijk op welke manier je de vermogens in het leerwerkklimaat positief kunt beïnvloeden. Door de focus op het positieve krijg je meer energie en meer zin om verbeteringen samen op te pakken.

Inspirerende werkplek

Met welk vermogen je begint, maakt in principe niet zo veel uit. Zo lang je ze maar allemaal langsloopt, want ze grijpen in elkaar. Door samen te werken aan de vermogens ontstaan bovendien inspirerender leerplekken; ook de collega’s die al in dienst zijn, worden gestimuleerd om open te staan voor feedback en ontwikkeling.