Hbo-studenten onmisbaar voor uitdagingen in de zorg

VVT-organisaties in de regio verwachten dat zij veel meer mensen in hbo-functies nodig gaan hebben. Denk aan wijkverpleegkundigen, allround hbo-verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en kwaliteitsverpleegkundigen. LWWL-regioadviseur Ciska Pouw deed onderzoek naar de achtergrond en kansen op gebied van hbo opleiden in de regio. Waar moeten deze hbo’ers vandaan komen? En hoe halen we ze binnen?

“Het grootste potentieel aan hbo-verpleegkundigen en aanverwante functies bevindt zich al onder de eigen zorgmedewerkers die nu op mbo(+) niveau werken. Én in de schoolbanken van de voltijd hbo-V opleidingen,” begint Ciska. “Om dit potentieel te ontsluiten en te benutten, moeten de eigen medewerkers dus ‘opscholing’ krijgen met een flexibele hbo-V opleiding. Hiervoor is een nauwere samenwerking met de regionale hogescholen nodig.“

Geschikte stages en begeleiders

Daarnaast ziet Ciska kansen liggen in stages. “Voltijd studenten hbo-V lopen nu niet of nauwelijks stage binnen de VVT-organisaties. Dit komt onder andere door de inhoud van stages bij VVT-organisaties. Ze voldoen niet altijd aan de hbo-competenties waar vooral de stages in leerjaar 3 en 4 aan moeten voldoen. Ook is er een gebrek aan adequate begeleiding, omdat niet iedere VVT-organisatie beschikt over (voldoende) hbo opgeleide begeleiders.

Kennis en kunde verbinden

Wat ook meespeelt is de beeldvorming in de maatschappij over ouderenzorg. Ciska ziet voor VVT-organisaties en hbo-scholen kansen om hier samen iets aan te doen. “(Honours)docenten, accountmanagers en het MT van hbo-V-opleidingen hebben ieder enorm veel ervaring en expertise. Door die allemaal met elkaar te verbinden, kun je samenwerken aan verbetering van de randvoorwaarden en processen binnen de VVT-organisatie. Naarmate het onderlinge vertrouwen groeit, is er veel winst te behalen. De lijntjes worden korter en mensen weten elkaar sneller te vinden in verbetervraagstukken en ambities”, aldus Ciska.

Illustratie actielijn

Voorbeelden hiervan zijn het ouderenzorg lectoraat Verpleegkundige Intramurale Zorg (VIA) in Leiden. Studenten en docenten werken hier samen met VVT-medewerkers aan onder meer verbetering van het imago, inzet naar expertise en kunnen, en een culturele omslag in denken. Ook de Hogeschool van Amsterdam (HvA) werkt samen met VVT-organisaties. Binnen het promotieonderzoek van Margriet van Iersel richten studenten en docenten zich op de positionering en inzet van hbo-verpleegkundigen in de wijk.

Kennis en visie ontwikkelen

Volgens Ciska is kennis en visie op de inzet en onboarding van hbo(+) professionals nodig. En daaruit voortvloeiende strategie- en beleidsvorming. Het promotieonderzoek van Ramona Backhaus (Maastricht UMC) laat dit volgens haar goed zien. “VVT-organisaties die serieus werk maken van een visie en beleid ten behoeve hbo-professionals, blijken succesvoller in het aantrekken én behouden van deze doelgroep. VVT-organisaties die dit nalaten hebben grote moeite om hbo-professionals te werven, laat staan binnen te houden.”

Klik voor een vergroting  

Nietsdoen geen optie

Hoewel het aandeel hbo-professionals binnen de VVT vermoedelijk (relatief) beperkt zal blijven, is nietsdoen volgens Ciska geen optie. "De focus komt steeds meer op langer thuis wonen, en dus wordt de zorgvraag complexer. Ondertussen zien we een (toenemende) krapte op de arbeidsmarkt. Dit maakt het een ingewikkeld arbeidsmarktvraagstuk. (Technische) innovaties en andere manieren van werken zullen nodig zijn om ook op de langere termijn kwalitatieve ouderenzorg te kunnen leveren. Pasklare antwoorden zijn er helaas niet; maar er is veel kennis en expertise over de VVT binnen het hbo aanwezig, alsook de goodwill om samen met het werkveld te bouwen aan een duurzame ouderenzorg.”

Winst

Ciska sluit dan ook positief af. “Mijn onderzoek en analyse laten zien dat er (veel) winst te behalen valt als het werkveld en hbo-onderwijs samen de schouders zetten onder de uitdagingen die een steeds knellender arbeidsmarkt met zich meebrengt. Allerlei overheidsprogramma’s als de TAZ en het IZA stimuleren/dwingen overigens tot deze regionale samenwerking. Het goede nieuws is dat ik in mijn onderzoek heb geconstateerd dat de wens, bereidheid en expertise in het regionale hbo volop aanwezig zijn om hier samen invulling aan te geven.

Bedankt!

De VVT-organisaties hebben Ciska veel positieve feedback en reacties op haar onderzoek en adviezen gegeven. “Zij geven aan dat zij zich herkennen in de analyse en conclusies. En dat een diepgaande en (relatief) complete aanzet is gegeven tot een betere samenwerking. Graag wil ik op deze plek iedereen hartelijk bedanken voor zijn inbreng en betrokkenheid. Ik heb de VVT als een sector leren kennen waarin super gemotiveerde professionals werkzaam zijn. Met een groot kloppend hart voor onze oudere medemens!”

Waar staat LWWL met de Actielijn Hbo?

Om de regionale samenwerking te verbeteren, was LWWL gestart met de Actielijn Hbo. Nu eind 2023 is besloten dat de focus vooral op het mbo blijft, is de actielijn geen vast programmaonderdeel meer. Wel gaat een aantal van de VVT-organisaties door met de nauwere samenwerking met het hbo. De focus ligt hierbij op de quick wins uit het onderzoek van Ciska.

Ciska zet zich bijvoorbeeld samen met Aristo, Woonzorggroep Samen en Evean in voor een betere samenwerking op gebied van hbo-V stages. Doel op korte termijn: optimalisatie van de relaties met hbo-V collega’s van Inholland. Plus een groter aanbod en matching van stageplaatsen per 1 februari 2024. Dat is gelukt. Nu gaan de drie VVT-organisaties en Inholland verder met de procesverbetering rond stages, ‘opscholing’ van eigen mbo-collega’s en andere verbeterpunten. Op deze manier kan LWWL toch een eerste aanzet doen tot regionale samenwerking op het gebied van hbo(+) professionals. Waar andere organisaties weer op kunnen aanhaken.

Meer weten?

Je kunt het onderzoeksrapport inzien op de website van LWWL. Heb je nog vragen, neem dan contact op met LWWL-regioadviseur Ciska Pouw via info@lerenwerkenwerkenleren.nl